Voor de subsidiering van nadeelcompensatie op basis van de subsidieregeling is een aanvullende werkwijze nodig, omdat dit thema in sommige situaties op gespannen voet staat met het principe van voorcalculatie van de regeling.
Het gaat om het bepalen van de post nadeelcompensatie in ramingen voor schade veroorzaakt door de versterkingsmaatregel, als de kosten vooraf niet goed ingeschat kunnen worden. Op deze pagina vind je een nadere uitwerking van het door het programmabestuur op 24 juni 2022 vastgestelde besluit over het toepassen van de hardheidsclausule van de subsidieregeling (officieel: Regeling Subsidies Hoogwaterbeschermingsprogramma 2014) bij dit thema.
Reguliere kaders en randvoorwaarden
Algemeen uitgangspunt bij risicoverdeling van het HWBP is dat de partij die het risico kan beheersen, het risico in beginsel ook draagt. Onder normale omstandigheden vindt subsidieverlening plaats op basis van geraamde subsidiabele kosten, waarbij het waterschap risicodragend is. Dit geldt bijvoorbeeld niet als er sprake is van kosten als gevolg van wijzigingen in wet- en regelgeving. Dan wordt er met beroep op artikel 11 van de subsidieregeling 90% van de gevolgkosten vergoed.
De werkwijze zoals omschreven op deze pagina houdt in dat een ondergrens van de te verwachten kosten voor nadeelcompensatie opgenomen wordt in de raming, waarbij achteraf op basis van nacalculatie de werkelijke kosten worden gesubsidieerd. Dit wijkt af van het uitgangspunt van de subsidieregeling, maar is wel juridisch mogelijk binnen de kaders van de subsidieregeling.
De inhoud van de werkwijze
Kosten als gevolg van nadeelcompensatie betreffen vergoedingen aan burgers en bedrijven doordat er hinder of schade ontstaat door de versterkingsmaatregelen. Deze kosten worden vergoed zodra er een claim door de betreffende benadeelde is ingediend en gehonoreerd door het waterschap.
Het waterschap is er rechtens toe gehouden om het bedrag aan nadeelcompensatie, waarvan de hoogte wordt bepaald door een onafhankelijke commissie, te betalen aan de benadeelden. In artikel 4 van de subsidieregeling wordt aangegeven dat voor een maatregel die zich in de realisatiefase bevindt, deze kosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan een sober en doelmatig ontwerp voor subsidie in aanmerking komen.
Het inschatten van het aantal claims en mogelijke kosten ten tijde van de subsidieaanvraag kan in sommige situaties zeer ingewikkeld zijn en een grote bandbreedte kennen afhankelijk van het aantal potentiele benadeelden. Een goede kosteninschatting is dan vooraf niet mogelijk. Om deze reden is het wenselijk om voor die situaties de volgende werkwijze toe te passen:
- Er wordt een stelpost opgenomen in de raming en op basis van voorcalculatie gefinancierd.
- Met een beroep op de hardheidsclausule wordt achteraf op basis van werkelijke kosten de subsidie voor deze post bepaald.
- De voorwaarden waaraan moet worden voldaan, wordt aan de voorkant bij subsidieverlening via een bestuurlijke afspraak vastgelegd in een separate brief.
- Bij vaststelling van de subsidie wordt door de subsidieverlener beoordeeld of de werkelijke kosten conform de gemaakte afspraken zijn en is voldaan aan de gestelde voorwaarden. Hierbij wordt het bedrag voor de nadeelcompensatie bepaald door het advies van de onafhankelijke adviescommissie.
- Als voldaan wordt aan de voorwaarden is er geen onduidelijkheid meer over hoe de hardheidsclausule hiervoor wordt gebruikt.
De reden voor deze aanpak/werkwijze
In sommige gevallen kunnen de kosten van nadeelcompensatie vooraf niet goed ingeschat worden. Er kunnen soms inherente onzekerheden zitten in de berekening van de nadeelcompensatie, die van veel factoren afhankelijk is en waar de beheerder geen goede kosteninschatting vooraf kan doen. De verwachting is dat in de meeste gevallen bij nadeelcompensatie op reguliere wijze (dus op basis van voorcalculatie) de kosten gesubsidieerd zullen worden en deze werkwijze in uitzonderlijke situaties toegepast zal worden.
Het invullen van de stelpost in de SSK-raming
De stelpost ‘nadeelcompensatie’ wordt bepaald op een deterministisch bedrag op basis van een aantal aannames van de te verwachten kosten. Er wordt een laag bedrag opgenomen in de raming, zodat een gering risico bestaat dat de werkelijke kosten lager zijn dan de raming bij subsidieverlening. Hiervoor wordt een kostendeskundige geraadpleegd en afgestemd met het waterschap.
De volgende voorwaarden zijn van toepassing:
- In de subsidieaanvraag wordt de stelpost ingevuld en voldaan aan de overige ramingseisen (geen risicoreservering en geen scheefte).
- Op verschillende manieren neemt het waterschap maatregelen om nadeelcompensatie zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
- Door het toepassen van de hardheidsclausule zal het verschil tussen het geraamde bedrag en de werkelijk kosten gesubsidieerd worden bij de vaststelling op basis van het oordeel van een onafhankelijke commissie die de verzoeken tot nadeelcompensatie in behandeling neemt. 90% van deze kosten zijn subsidiabel en worden bij vaststelling van de subsidie vastgelegd.
- Het waterschap zal bij vaststelling compensatie krijgen indien het basisbedrag uit de raming en de eigen bijdrage van 10% van de werkelijke kosten over de totale beschikking worden overschreden. Op dit moment dient ook onderbouwd te zijn dat er schadebeperkend en doelmatig is gehandeld door het waterschap.
- Het gaat om claims/ verzoeken van benadeelden tot uiterlijk 5 jaar na afronding van de werkzaamheden.
- ls het waterschap afwijkt van het advies van de onafhankelijke commissie die het bedrag bepaalt, dan wordt naar de redelijkheid van de kosten gekeken waar aanvullende subsidie voor gevraagd wordt.
- De werkelijke kosten zullen door facturatie aangetoond en ingediend worden bij de programmadirectie HWBP ten behoeve van de verrekening bij de vaststelling. Monitoring, afstemming en rapportage tussen beheerder en de programmadirectie is noodzakelijk omvoorspelbaar en betrouwbaar te zijn.
- Er moet een verklaring afgegeven worden door een accountant over de financiële eindverantwoording, omdat de hardheidsclausule wordt toegepast. De nadere instructies hierover volgen nog en worden afgestemd met de Accountantsdienst Rijk (ADR).
In de toelichting op de subsidieregeling is ten aanzien van de hardheidsclausule (paragraaf 4.4) opgenomen dat de subsidieontvanger een verklaring over de financiële eindverantwoording, afgegeven door een accountant, moet overleggen waaruit blijkt dat het werk is uitgevoerd overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening en de in artikel 5 bedoelde kosten zijn gemaakt.
De afspraken/voorwaarden vastleggen in een bestuurlijke afspraak
Deze afspraken zullen via een bestuurlijke afspraak gemaakt worden tussen de mandaathouder en het desbetreffende waterschap. Hiermee is al op voorhand duidelijk dat de prijs de onzekere factor is en dat het wenselijk is om vooraf al afspraken te maken over de wijze van verrekening op basis van de hardheidsclausule (het bedrag is dus straks de uitkomst van de afspraken over verrekening), zonder dat het voorval zich heeft voorgedaan.
Bij het tot stand komen van de beschikking voor de subsidieverlening, zullen de bestuurlijke afspraken met het desbetreffende waterschap worden opgenomen in een separate brief. Bij vaststelling van de subsidie zal vervolgens door het waterschap een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule conform de gemaakte afspraken.