Een dijkversterking is steeds vaker onderdeel van een bredere gebiedsontwikkeling of wordt gecombineerd met meekoppelkansen. Op deze pagina vind je de werkwijze om vroegtijdig overeenstemming te bereiken over de kostenverdeling tussen de verschillende partijen die samenwerken aan het dijkversterkingsproject.
In de verkenningsfase stimuleert het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) het onderzoeken van meekoppelkansen en gebiedsontwikkeling door het subsidiëren van brede verkenningen. Na de verkenningsfase is duidelijk wat de scope van een project qua waterveiligheid wordt en welke andere opgaven, gefinancierd door partners, daarvan deel gaan uitmaken. Vanaf de planuitwerkingsfase dienen die partners ook bij te dragen aan de kosten van de planuitwerking en de realisatiefase.
Vooraf duidelijkheid over kostenverdeling
HWBP heeft een werkwijze opgesteld om voorafgaande aan een formele toets van een subsidieaanvraag overeenstemming te bereiken tussen een waterschap en de programmadirectie HWBP over de verdeling van de geraamde kosten. Het gaat hier om de subsidie voor de planuitwerkingsfase en realisatiefase.
Met deze werkwijze voorkomen wij dat een waterschap te laat in het proces wordt verrast door de subsidieregels en/of dat de programmadirectie HWBP te laat wordt geconfronteerd met afspraken tussen partners die niet passen in de subsidieregeling.
Op deze pagina staan twee methodes waarmee je de bijdrage kunt bepalen. Voor het beoordelen welk deel van het ontwerp sober is kan het stappenplan sober en doelmatig toegepast worden.
Het gaat hier om een werkwijze die aansluit op de subsidieregeling, die afgestemd is binnen de alliantie HWBP en vastgesteld is door het MT van de programmadirectie HWBP.
Kosten van maatregelen waardoor de kering weer aan de veiligheidsnorm gaat voldoen komen in aanmerking voor subsidie. Wettelijke inpassingskosten maken onderdeel uit van de te subsidiëren kosten.
Additionele kosten voor nevendoelstellingen komen niet in aanmerking voor subsidie en worden door het waterschap of derden gefinancierd.
Werkwijze
De werkwijze bestaat uit 3 delen:
Procesbeschrijving kostenverdeling
Methodes kostenverdeling
Uitwerking in de raming
De werkwijze is opgesteld voor de verdeling van de engineeringskosten en overige kosten van de planuitwerking en de realisatie, inclusief de risico’s daarvan. De best-practice-methodes zijn gebaseerd op planuitwerkingen, maar kunnen ook toegepast worden voor het verdelen van de engineeringskosten van de realisatie. Ook is beschreven hoe dit dient te worden verwerkt in kostenramingen en hoe hier mee om te gaan bij eenvoudige projecten respectievelijk complexe projecten.
1. Procesbeschrijving kostenverdeling
Onderstaande stappen hebben als doel om vroegtijdig overeenstemming te bereiken tussen het waterschap en de programmadirectie over de verdeling van de kosten.
Stappen kostenverdeling
Tijdens de verkenning hebben het projectteam en het begeleidingsteam afstemming over het Voorkeursalternatief (VKA). Als er sprake is van meekoppelkansen, moet duidelijk zijn dat van de partners een financiering wordt verwacht, niet alleen voor de bouwkosten van die kansen, maar ook een bijdrage aan de engineeringskosten van de planuitwerking en realisatie.
Als een waterschap op basis van het VKA een samenwerkingsovereenkomst (SOK) wil sluiten, kan het begeleidingsteam van de programmadirectie HWBP nagaan of de SOK in lijn is met de subsidieregeling. Zo voorkomen wij als alliantie risico’s ten aanzien van de subsidiabiliteit voor het waterschap.
Het begeleidingsteam legt het onderwerp 'kostenverdeling' vast in de begeleidingsagenda.
Het projectteam van het waterschap deelt ruim voor de formele toets van het PvA planuitwerking (of realisatie) een voorstel voor kostenverdeling met het begeleidingsteam van de programmadirectie:
Algemene en projectspecifieke uitgangspunten
Proces (overleggen PT-BGT, opdrachtgeversoverleg, directeurenoverleg, stuurgroep, SOK, BOK, etc.)
Methode kostenverdeling
Uitwerking kostenverdeling
Concept afspraak met partner(s). Bijvoorbeeld een concept samenwerkingsovereenkomst of een bestuursovereenkomst. Het waterschap tekent een overeenkomst namens de HWBP-alliantie; het is van belang een concept af te stemmen, anders loopt het waterschap het risico dat een deel niet subsidiabel is terwijl dit wel verwacht wordt..
In het voorstel wordt ook beschreven hoe er omgegaan wordt met eventuele besparingen door het combineren van opgaven.
Tijdens de afstemming tussen een projectteam en een begeleidingsteam kan ook gewerkt worden met een notitie meekoppelkansen waarin de strategie, wijze van toedelen en de meekoppelkansen beschreven staat. Tussentijds is er dan afstemming tussen het projectteam en het begeleidingsteam over de strategie en later wordt bepaald of de kostenverdeling conform de strategie plaatsvindt.
Het begeleidingsteam reageert op het voorstel van het projectteam. Hierbij zijn de regeling en de alliantieprincipes belangrijke uitgangspunten.
Afhankelijk van de benodigde mate van comfort kan het waterschap een verzoek indienen voor het maken van een tussentijdse afspraak; op basis van het voorstel van het projectteam en de reactie van het begeleidingsteam. Met de reactie van de programmadirectie is de tussentijdse afspraak gemaakt.
Het waterschap maakt afspraken met derden; bijvoorbeeld in een samenwerkingsovereenkomst of een bestuursovereenkomst. Het projectteam deelt de gemaakte afspraken met het begeleidingsteam.
Het waterschap dient een verzoek tot het verlenen van subsidie in bij de programmadirectie HWBP.
2. Methodes kostenverdeling
De twee hieronder beschreven methoden zijn beproefd bij subsidieaanvragen. De eerste methode betreft de methode A; waar realisatiekosten goed te scheiden zijn (dijk versus rivierverruiming en natuurontwikkeling), en voor planuitwerkingskosten aan de hand van zwaartepunt van werkzaamheden goed uit elkaar te halen. De tweede methode betreft de methode B; waar realisatiekosten lastiger te scheiden zijn omdat die allemaal voor hetzelfde object, de teruggelegde dijk, worden gemaakt en daardoor planuitwerkingskosten ook niet te scheiden zijn.
Per project/fase kan bepaald worden welke methode het beste past. Methode A dient bij voorkeur te worden toegepast, omdat daarin de kosten op basis van activiteiten worden toebedeeld. Als dit onderscheid niet te maken is, passen wij methode B toe.
Bij twijfel over de toe te passen methode kun je contact opnemen met het betreffende begeleidingsteam.
Kosten van maatregelen waardoor de kering weer aan de veiligheidsnorm gaat voldoen (inclusief wettelijke inpassing) komen in aanmerking voor subsidie. De engineeringskosten, risico’s en overige kosten van de planuitwerking en realisatie voor nevendoelstellingen en/of meekoppelkansen zal door derden worden gefinancierd. Kosten voor nevendoelstellingen zijn niet subsidiabel.
De engineeringskosten gerelateerd aan de betreffende activiteiten worden verdeeld in subsidiabele kosten (voor rekening HWBP, inclusief het waterschap) en niet-subsidiabele kosten (voor rekening derden).
Bij het verdelen van de kosten is het belangrijk dat de kostenverdeling onderbouwd is, zo veel mogelijk kosten van onderaf op basis van activiteiten (bottom-up) toebedeeld zijn en dat de verdeling in lijn is met de subsidieregeling van het HWBP. Voor kosten die niet van onderaf (bottom-up) toebedeeld kunnen worden, is het noodzakelijk uit te leggen waarom dat niet kan en op welke wijze de verdeling van kosten dan wel is onderbouwd.
De verdeling van eventuele besparingen door het combineren van opgaven wordt net als de kosten onderbouwd worden.
De allocatiemethode van kosten en eventuele besparingen is navolgbaar.
Het waterschap zorgt ervoor dat tijdens de uitvoering van een verkenning de kosten van de planuitwerking zo eenvoudig mogelijk verdeeld worden. Tijdens de uitvoering van een planuitwerking zorgt het waterschap ervoor dat de kosten van de realisatie zo eenvoudig mogelijk verdeeld kunnen worden.
Bij een project, dat onderdeel is van een (MIRT) gebiedsontwikkelingsproject, wordt de dijkversterking gecombineerd met rivierverruiming, natuurontwikkeling (PAGW), KRW, verbetering van de scheepvaartroute, recreatie en cultuurhistorie. Voor de verdeling van de engineeringskosten tussen HWBP (de subsidiabele projectkosten) en de overige partners zijn de volgende toedelingsregels gebruikt:
Kosten die uitsluitend bedoeld zijn voor de dijk/waterveiligheidsopgave worden volledig toegerekend aan het HWBP.
Kosten die uitsluitend bedoeld zijn voor de rivier of het gebied worden volledig toegerekend aan de partners.
Kosten die in gelijke mate bedoeld zijn voor de rivier of het gebied en de dijk worden 50/50 toegerekend aan het HWBP en de partners.
Kosten die voor zowel dijk als rivier/gebied worden gemaakt, worden berekend aan de hand van de volgende toedeling:
Als het zwaartepunt bij de dijk ligt, worden (kosten 1+3 (50%))/(kosten 1+2+3) van de kosten aan het HWBP toegerekend.
Als het zwaartepunt bij de rivier of het gebied ligt worden (kosten 2+3 (50%))/(kosten 1+2+3) van de kosten aan de partners toegerekend.
De objectoverstijgende risico’s en verschuiving worden verdeeld naar rato van de toebedeelde engineeringskosten volgend uit stap 1 t/m 4.
Als resultaat zijn de kosten in stap 1 en 2 voor 100% aan dijk of rivier/gebied toebedeeld, in stap 3 50/50. De verdeling van de kostenposten bij stap 4 is afhankelijk van de verdeling van de kosten bij stap 1 tot en met 3.
Praktisch: de opgestelde SSK-raming omvat het totaal van de projectkosten. Dit komt dus ook terug in het tabblad ‘kostenoverzicht’ van de SSK. Door het toepassen van het per kostenpost van toepassing zijnde allocatiepercentage (volgend uit bovengenoemde allocatieregels) volgt op een separaat tabblad in de SSK-raming de aan het HWBP toebedeelde kosten resp. de aan de overige partners toebedeelde kosten (de verdeling tussen deze overige partners is vanuit subsidieoogpunt voor het HWBP niet relevant).
Bij een project is er sprake van verschillende opgaven:
Dijkversterkingsopgave (HWBP)
Beekherstelopgave (Waterschap)
Systeemmaatregel (teruglegging dijk)(MIRT)
Op een deel van het traject wordt niet de bestaande dijk versterkt maar een nieuwe dijk gebouwd, op een andere locatie, waarmee er meer rivierbed ontstaat voor berging. Het nieuwe dijktracé wordt gefinancierd uit zowel het MIRT als het HWBP. Er kan echter geen onderscheid worden gemaakt tussen activiteiten voor het MIRT deel en het HWBP-deel, omdat er maar 1 dijk komt die beide doelen dient.
Voor de planuitwerkingsfase is voor de financiering van de beekherstelopgave en systeemmaatregel de volgende verdeling opgenomen:
De kosten van het beekherstel niet gerelateerd aan dijkversterking (uitwerken technisch ontwerp) worden betaald door het waterschap.
De bijdrage in de planuitwerkingsfase vanuit het MIRT (dijkteruglegging), wordt berekend op basis van verdeling van HWBP- en MIRT meters.
in de planuitwerkingsfase worden de kosten van de planuitwerking gelijkelijk verdeeld tussen het HWBP en het MIRT (50%-50%), omdat grotendeels dezelfde activiteiten in de planuitwerking uitgevoerd moeten worden ongeacht het versterken van de huidige dijk of het bouwen van een nieuwe dijk op een andere locatie. De nieuwe dijk dient dus beide doelen: dijkversterking en meer ruimte voor de Rivier.
Bovenstaande resulteert in de volgende berekeningswijze: De systeemmaatregel bepaalt de scope voor bijv. 1.000 meter / 3.000 meter = 33%. Voor deze 33% van de kosten van de planuitwerking wordt dus een bijdrage van 50% toegerekend aan het MIRT. De andere 50% worden toegerekend aan de HWBP dijkversterking.
De meters zonder systeemmaatregel vallen onder de standaard HWBP-regeling.
Praktisch: de opgestelde kostenraming in SSK-format omvat het totaal van de projectkosten. Dit komt terug in het tabblad ‘Samenvatting SSK’. Onder de tabel op dit tabblad zijn de totale kosten verdeeld in kosten beekherstel en middels een allocatiepercentage ook in kosten systeemmaatregel (MIRT) en kosten HWBP.
3. Uitwerking in de raming
Een subsidieaanvraag gaat conform de subsidieregeling vergezeld van:
Subsidiabele kosten die toe te rekenen zijn aan de fase in SSK-raming (artikel 5.1 en 6.3.c)
Beschrijving van de wijze waarop het niet-subsidiabele deel van de kosten wordt gedekt (artikel 6.3.d).
Als er sprake is van een project met meer doelstellingen dan alleen waterveiligheid (dus waterveiligheid en 1 of meer nevendoelstellingen/ meekoppelkansen) waarvan voor elke doelstelling een separate raming kan worden opgesteld, kunnen de kosten eenvoudig verdeeld worden, we spreken in deze context van een eenvoudig project. In dat geval dient de raming voor de waterveiligheidsdoelstelling gebaseerd te zijn op de SSK-systematiek (SSK 2018).
Hier tegenover staan complexe projecten (projecten waarbij het niet mogelijk is per doelstelling een separate raming op te stellen), waardoor er dus sprake is van een kostenverdelingsvraagstuk. De kostenverdeling vindt dan plaats in toe te voegen tabbladen van de SSK.
Vragen
Bij vragen over het verdelen van kosten kun je contact opnemen met het betreffende begeleidingsteam van de programmadirectie HWBP.