“We willen de geleerde lessen blijven toepassen”

Ruim 400 kilometer dijkversterking tot 2050: hoe maak je dat behapbaar? Door het in vier ‘tranches’ op te knippen en goed voor te bereiden, zo vertellen Caroline van der Kleij en Rob Kleijwegt. “De kennis en ervaring stroomt steeds door naar de volgende projecten.”

Ze waren bij de start van het HWBP in 2014 al het waterschap met de meeste kilometers. “Je had toen de ‘Top 14’ met urgente projecten en acht daarvan lagen in ons gebied”, vertelt Caroline, die vanaf 2013 bij Rivierenland werkt. “We zijn gewoon gestart en leerden doorlopend.” Maar de projecten werden groter en complexer. Caroline: “Het is nooit alleen maar die ene dijk. Je hebt met steeds meer partijen en issues te maken, zoals tegenwoordig de stikstofproblematiek. Intern wordt het ook complexer: hoe ga je al die projecten managen?” Daarom koos Rivierenland al snel voor een programmaorganisatie die taken voor meerdere projecten regelt. En de opgave werd in vier tranches opgedeeld, elk met zo’n acht projecten. Rob: “Dan hoef je niet steeds het wiel opnieuw uit te vinden. Het risicomanagement passen we bijvoorbeeld op dezelfde manier bij alle projecten toe. En ik kan nu in een app voor elk project de belangrijkste risico’s zien, plus de kans dat het gebeurt en de maatregelen die we nemen. Een mooi voorbeeld van de professionalisering.”

Vliegende start

Inmiddels is de eerste tranche van 120 kilometer aan de noordkant van de Waal volop in uitvoering, met zeven projecten in verschillende projectstadia. De tweede tranche aan de zuidkant van de Waal zit midden in de voorbereiding. “Zo’n anderhalf jaar voor de start van een nieuwe tranche bereidt de programmaorganisatie alles grondig voor”, vertelt Caroline. “Waar moeten we grondonderzoek doen? Welke contractvorm past bij welk project? Hebben we alle stakeholders in beeld?” Daarmee krijgen de projecten een vliegende start. Caroline: “Bij de Zuidelijke Waaldijken zijn we heel vroeg begonnen met bodemonderzoeken. We prikken elke 50 meter in de grond, zo sluit je verrassingen in de ondergrond uit.” Rob: “We hebben ook veel geleerd over participatie. Bijvoorbeeld dat je niet moet zeggen dat het een prachtige dijk wordt voor iedereen, terwijl je aan handen en voeten gebonden bent om die dijk sober en doelmatig te versterken. En dat het goed is om ook een klankbordgroep van bewoners te hebben tijdens de uitvoering. Ook heeft het waterschap geleerd dat je bij de projectindeling indien mogelijk de gemeentegrens aanhoudt, zodat je niet met meerdere gemeenten hoeft te overleggen.”

Vergroot afbeelding Rob Kleijwegt, Directeur Waterveiligheid en HWBP Waterschap Rivierenland en Caroline van der Kleij, Programmamanager HWBP Waterschap Rivierenland
Rob Kleijwegt, Directeur Waterveiligheid en HWBP Waterschap Rivierenland en Caroline van der Kleij, Programmamanager HWBP Waterschap Rivierenland

Grofzandbarrière

Rivierenland heeft ook nog vier innovatieprojecten (zie pagina 172). Rob verwacht veel van nieuwe grasmengsels, die beter bestand zijn tegen droogte. Caroline noemt de grofzandbarrière, een goedkoper en duurzamer alternatief voor stalen damwanden. “Deze hebben we met succes ontwikkeld in Gameren, toegepast in Tiel en kunnen we nu vaker in HWBP-projecten gaan gebruiken.” De programmaorganisatie wordt ook steeds professioneler. In vakgroepen, bijvoorbeeld van projectmanagers, wordt bijvoorbeeld regelmatig kennis uitgewisseld. De grootste zorg van Rob is het aantal geprogrammeerde projecten. “Dat zijn er te weinig om de opgebouwde organisatie te continueren. Nu stroomt de ervaring steeds door naar het volgende projecten, het zou zo zonde zijn als dat verdwijnt. We moeten de geleerde lessen blijven toepassen.”