“We werken steeds efficiënter door onze trajectaanpak”
Met een speciale trajectaanpak maakt Waterschap Rijn en IJssel duidelijke keuzes in de stap van traject naar project. John Ebbelaar en Christien Veenstra vinden het een prettige manier van werken en vertellen erover.
Het begint allemaal met onderzoek naar waterstanden en de staat van een dijk. “Daarna zoeken we verbinding met de omgeving en kijken we naar de ruimtelijke opgave in een gebied”, vertelt John. “Zo hebben we bij de Rijnkade in Arnhem en de IJsselkade bij Zutphen de ruimtelijke herinrichting van de kade gecombineerd met het versterkingstraject. Tot slot kijken we naar strategische onzekerheden.”
Christien: “Door veel grondonderzoek hebben we de ondergrond goed in beeld en weten we waar de diverse grondlagen liggen. Vervolgens zetten we in de trajectaanpak de bril op van kennisontwikkeling voor aanvullende informatie, bijvoorbeeld over de sterkte van de ondergrond. Als die sterker is dan we dachten, vertalen we dat inzicht door naar onze projecten.” Het resultaat hiervan bestaat uit drie kaartlagen. John: “We beginnen met een kaart van de waterveiligheid en vullen die aan met kaarten van ruimtelijke en strategische ontwikkelingen. Door die op elkaar te leggen, komt de urgentie naar voren. Vervolgens gaan we projecten definiëren, prioriteren en plannen.” Eigenlijk is er ook een vierde kaart, bedenkt John. “Die geeft een doorkijk naar onderhoud en de calamiteitenor- ganisatie, met advies aan de beheerorganisatie.”
Jaarlijks herijken
“We voeren tot 2050 met vier teams steeds vier dijkversterkingsprojecten tegelijkertijd uit”, legt John uit over de programmering. “Hiermee kunnen we alle projecten voor 2050 uitvoeren. De programmering is stabiel, sluit aan bij het landelijke programma en past in onze planning. Tegelijkertijd zijn er onzekerheden en daarom willen we de programmering jaarlijks herijken. Het kan zijn dat we moeten bijschakelen; dat vraagt flexibiliteit.” Alles is nu in kaart gebracht en geprioriteerd, maar niet alles is op korte termijn geprogrammeerd. “Het voelt ongemakkelijk als je een zwakke plek pas in 2040 kan gaan aanpakken”, zegt John. “Dan is de vraag wat we in de tussentijd extra kunnen doen.” Christien reageert: “Soms volstaan tijdelijke beheermaatregelen en dat gegeven nemen we dan ook mee in de afspraken met de beheerorganisatie en de prioritering.”
Grotere plaatje
Inmiddels hebben ze acht trajectaanpakken doorlopen. John: “Je ziet dat we steeds efficiënter werken. Deze manier van werken geeft goed inzicht in hoe we de projecten het best kunnen rangschikken.” Een belangrijke les is volgens Christien dat je de basis(informatie) op orde moet hebben voor inzicht in de veiligheidsopgave. “Gedetailleerde beoordelingen helpen om keuzes te maken en prioriteiten te bepalen.” John ziet daarnaast het belang van goede samenwerking. “We brengen intern de hele community van zo’n vijftig beoordelaars, versterkers en beheerders bij elkaar en zorgen dat zij kennis en ontwikkelingen delen. Het helpt als je elkaar kent en goede afspraken maakt.” Hij pleit ook voor een goede samenwerking met het HWBP. “Daar zit veel kennis en zij zijn kritisch op de inhoud. Dat scherpt ons om goed naar de opgave te kijken. We voeren goede gesprekken over wat we van toekomstige ontwikkelingen kunnen verwachten, op een gezonde en evenwichtige manier.” “Ik vind dat ook leuk, omdat ik hierdoor op de hoogte ben en nieuwe kennis krijg”, vult Christien aan. “Ik zie het grotere plaatje en kan makkelijker meebewegen.”
“Het voelt ongemakkelijk als je een zwakke plek pas in 2040 kan gaan aanpakken”