“Continuïteit is de kern”

Waterschap Hollandse Delta werkt met één IPM-team tegelijk aan drie dijkversterkingsprojecten. Peter Eilander en Roland Vissers vertellen hoe het waterschap dit voor elkaar krijgt. “Door de schaarste komen veel innovaties los.”

Het waterschap kreeg ruim tien jaar geleden binnen HWBP-2 te maken met een aantal grote opgaven. “Dat was destijds heel spannend”, vertelt Roland. “Ook vanuit het Rijk: kunnen de waterschappen dit? We hebben dat toen direct als organisatie-ontwikkelvraagstuk aangevlogen.” Het waterschap past sindsdien het Integraal Projectmanagement Model (IPM) toe en vervolgens is een seriematige manier van werken ingevoerd, legt Peter uit. “Meerdere projecten tegelijk dus, die allemaal in een andere fase zitten. Als een soort productiefabriek bijna. Het helpt ook dat onze ingenieursbureaus heel veel werk doen en we inmiddels meer hebben gestandaardiseerd.”

Dezelfde mensen

In hun werkwijze vormt continuïteit de basis, benadrukt Roland. In de aanvoer van projecten, maar zeker ook de bezetting. “Wij zijn bevoorrecht dat we lang met dezelfde mensen aan de opgave kunnen werken. Zo’n team is dus heel erg op elkaar ingewerkt.” Al moet je oppassen dat je daardoor ook weer niet alles te veel op de automatische piloot gaat doen, merkte hij onlangs toen de milieueffectrapportage van de nieuwe Omgevingswet opeens heel belangrijk werd. “Een aantal dingen moesten we toch even anders doen dan we gewend waren. Gelukkig hielp die geoliede machine toen wel.” Elke twee jaar komt er weer een nieuw project van gemiddeld zes jaar bij, maar is er ook een klaar. “Bij de keuze om met een project te beginnen, kijkt het waterschap zowel naar de veiligheid als de spreiding van de overlast voor de omgeving.” Soms vragen beide collega’s zich weleens af hoe ze deze gigantische opgave voor elkaar gaan krijgen. Maar deze uitdaging heeft ook voordelen. “Hierdoor komen veel innovaties los. In ons geval is die innovatie dus dat we met een goed draaiend IPM-team meerdere projecten doen.” Andere opties die ze nu verkennen zijn slimmere, meerjarige contracten met aannemers en het bundelen van uitvoeringskracht met andere waterschappen. “Regionale uitvoeringsteams in plaats van dat ieder waterschap zijn eigen team heeft, is een serieuze optie waar we naar moeten kijken”, vindt Roland.

Zeespiegelstijging

Beiden benadrukken dat de waterschappen de afgelopen tien jaar enorm veel van elkaar hebben geleerd. Peter vindt het heel waardevol om in het overleg van opdrachtgevers van alle waterschappen elk kwartaal ervaringen uit te wisselen: “Wat gaat er goed? Wat kan beter? Hoe doen jullie dat nou?” Tegelijkertijd mag het samenwerken wat hem betreft meer normatief worden, zonder de kracht van lerend experimenteren te verliezen. “En misschien moeten de versterkingen ook in kortere cycli en kleinere stapjes gebeuren. Dat sluit beter aan bij een wereld die steeds sneller verandert.” Hollandse Delta heeft binnen het HWBP nog een stuk of twintig projecten te gaan. En daarnaast nog een aantal regionale waterkeringen. Peter: “Als wij dit treintje volhouden, zijn wij in 2046 klaar. En dan afwachten wat er misschien nog bijkomt vanwege de zeespiegelstijging.” Dat zijn ook discussies die binnen het HWBP gevoerd worden, vertelt Roland. “Kunnen we overal blijven wonen of gaan we veel meer meebewegen met het water? Is kortom de huidige strategie - Nederland beschermen tegen water met dijken - nog houdbaar op de langere termijn?”

“Als wij dit treintje volhouden, zijn wij in 2046 klaar. En dan afwachten wat er misschien nog bijkomt vanwege de zeespiegelstijging”