"Het waterschap erkende onze belangen als beroepsvissers"
Stortstenen beschermen de dijk onder water, maar vernielen tegelijk de habitat van kreeften. Hoe bescherm je kreeftenvissers in hun beroep? Chantal en Hans weten er intussen alles van.
“Bij de dijk ter hoogte van Ouddorp is zettingsvloeiing het probleem. Een faalmechanisme onder water, waardoor zand onderaan de dijk kan wegvloeien”, legt Chantal uit. “Er was maar één optie om het op te lossen: stortstenen aanbrengen aan de teen van de dijk onder water, in het Grevelingenmeer. Dat heeft grote gevolgen voor het onderwaterleven, maar welke precies? Daar hadden we geen zicht op.” Hiervoor werd ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Waardenburg Ecology ingeschakeld. Hun duikers deden een nulmeting van wat er aan flora en fauna leefde. “Ook wisten we bar weinig over de stakeholders. Daarom zochten we uit wie de belangrijkste gebruikers waren van het Grevelingenmeer.”
Nieuwe kreeften
Dat waren er nogal wat. Naast duikers en waterrecreanten ging het ook om kreeftenvissers en oesterkwekers, die er hun brood verdienen. Hans: “Het Grevelingenmeer is verdeeld in zeven vakken, die elk jaar worden verloot onder de visserijbedrijven. De werkzaamheden zouden plaatsvinden in een vak waar op dat moment een kreeftenvisser actief was. Zodra de stortstenen worden aangebracht, sterven de kreeften massaal. Daar maakten we ons zorgen over, want dat heeft een flinke impact op de inkomsten van die visser. We wilden de economische schade zo beperkt mogelijk houden én de nieuwe ecologische situatie weer aantrekkelijk maken voor nieuwe kreeften. Gelukkig zocht het waterschap al vroeg in het traject contact.” De vissers werden bewust snel betrokken bij het technisch ontwerp. Chantal: “Zij kennen het gebied als de beste. Door hun kritische vragen begrepen we hoe groot hun belangen waren. Samen met de informatie van het ecologisch bureau kwamen we tot een aantal aanpassingen waarin iedereen zich kon vinden. Vóór de plaatsing van de stenen worden bijvoorbeeld zoveel mogelijk kreeften afgevangen en op een andere locatie weer teruggezet.”
Schuilplekken
Hans: “We waren ook bij alle werksessies voor een ecologisch ontwerp, om het gebied weer geschikt te maken voor een nieuwe kreeftenpopulatie. Zo krijgt het onderwatergebied reliëf, met niet al te kleine stenen. Dat creëert schuilplekken en daar houden kreeften van.” Chantal: “Pas als de waarden van de nulmeting worden gehaald, is de ecologische herinrichting klaar. Dat kan best een paar jaar duren.”
Ze vindt de opgedane kennis over de visserij heel waardevol. “Ik ben blij dat ik er nu meer van weet. Het is best een hard bestaan. Geen kreeft is geen geld.” Hans blikt met een goed gevoel terug op het contact met het waterschap. “Van meet af aan was hun houding open en constructief: we gaan dit project samen opbouwen. Er was bovendien erkenning van onze belangen als beroepsvissers én van de schade die we gingen lijden. De definitieve bedragen voor schadevergoeding komen nog aan de orde, maar de aanpak en houding van de adviseur van het waterschap vonden we prettig. Er komen geen ingewikkelde procedures aan te pas. Het project ligt nu helaas stil vanwege stikstof, maar ik heb geen moment gedacht: nu hebben we een probleem met elkaar.”
“De vissers werden bewust snel betrokken bij het technisch ontwerp”