Risicobeheersing

Het beste instrument voor het beheersen van risico’s? Een glazen bol. “Het liefst wil je van tevoren precies weten wat een project gaat kosten en hoelang het gaat duren”, aldus Nico van den Wollenberg, manager programmabeheersing bij Waterschap Rivierenland.

“Het hoogste doel van risicobeheersing binnen het HWBP is het verhogen van de voorspelbaarheid van het programma. Je wil daarom zo goed mogelijk inschatten welke risico’s bij een project horen en wat die risico’s voor het project betekenen.” En bij gebrek aan een glazen bol? “Risico’s beheersen doe je vooral door van elkaar te leren. Het is bij uitstek een vakgebied waarin we lessen trekken uit het verleden om het in de toekomst beter te doen.”

Het mag een tikkeltje meer

Zijn collega Martien Lathouwers is strategisch risicomanager. “Vroeger stond een risicomanager vaak meer op zichzelf binnen het waterschap”, ziet hij. “Nu weten we elkaar gelukkig goed te vinden. Er is bovendien het landelijke risicomanagementoverleg, waarin we sparren over uitdagingen en mogelijke oplossingen. Soms vormen een paar waterschappen een bondje om van elkaar te leren. De community is dus in ontwikkeling, al mag het nog wel een tikkeltje meer.”

Nico is dat met hem eens: “Bij Waterschap Rivierenland zetten we nu sterk in op leren van de ervaringen binnen onze eigen projecten. Als een project een tegenvaller heeft, moet je dat onderling delen. Anders gaat die ervaring verloren. Die dynamiek van leren zou ik op alliantieniveau nog meer willen zien. Het landelijk delen van kennis over risico’s en maatregelen kunnen we met zijn allen nog beter doen.” Martien: “Het liefst heb je een centrale database van de meest voorkomende en opgetreden risico’s en effectieve beheersmaatregelen, waaruit alle waterschappen kunnen putten.”

De drempel verlagen

“Een mooie ontwikkeling van de afgelopen tien jaar is ‘kleine kans, grote gevolgen’”, vindt Martien. “Dat is een HWBP- maatregel voor heel specifieke risico’s die niet erg waarschijnlijk zijn, maar wel grote impact op het project kunnen hebben. Daarvoor kun je een soort verzekering afsluiten bij het HWBP. Een heel mooie maatregel. Wat nog zou helpen: een landelijk overzicht van alle risico’s die binnen deze regeling door het HWBP zijn geaccepteerd. Dat zou voor waterschappen de drempel verlagen om zelf ook een aanvraag te doen.”

Een andere kijk op risico’s

Binnen de alliantie dragen we samen de risico’s, hebben we afgesproken. Dit kan op gespannen voet staan met waar de alliantie als totaal belang bij heeft. “Het zijn twee werelden die risico’s logischerwijs anders beleven”, vindt Martien. Nico: “Op alliantieniveau zijn de belangrijkste vragen: is het programma stabiel, hebben we voldoende budget, worden de veiligheidsdoelen van 2050 en de beschikkingsmijlpalen gehaald? Bij een waterschap speelt er meer dan dat. Om ons doel van 2050 te halen, lopen wij risico’s zoals indexatietegenvallers, tekort aan menskracht en onderbroken productie. Daar zit een verschil in abstractieniveau en doelbeleving in die we nog beter aan elkaar moeten koppelen.”

Daarnaast liggen de grootste risico’s voor veel projecten binnen de driehoek van geld, tijd en kwaliteit, zien Martien en Nico. “Dat we kwaliteit moeten leveren staat vast”, zegt Nico. “Maar de factoren geld en tijd botsen soms met elkaar. We moeten versnellen, maar dat betekent ook dat je meer risico loopt. En dat kan weer leiden tot hogere kosten. En moet een project goedkoper? Dan is het verstandig om het aantal risico’s te verminderen. Maar dat kan juist weer vertraging opleveren.” De beste oplossing? “Accepteren dat de risico’s er zijn, daarvoor op de begroting een passende reservering maken en gas geven.”

We moeten door

Een voorbeeld uit de praktijk: voor de projecten van waterschap Rivierenland aan de zuidelijke Waaldijk zijn alleen de verkenningsfases geprogrammeerd vanwege het budgettekort op de middellange termijn. “Toch moeten we door”, aldus Nico. “Want we hebben tot 2050 alle tijd hard nodig. Het opstarten van de verkenningsfase financieren we nu uit eigen middelen voor. Het traject na de verkenningen blijft nog onzeker. We moeten deze specifieke waterschapsrisico’s ook goed doorvertalen naar alliantieniveau, zodat iedereen een helder beeld heeft van alle risico’s. Martien: “Het zou verstandig zijn om de twee werelden van het waterschap en de alliantie nader tot elkaar te brengen. Ik zie een gezamenlijke risicosessie voor me, waarin we inzicht krijgen in elkaars belangen, verwachtingen, doelen en uitdagingen.”