Nieuwe manier van programmeren nodig

In 2050 moeten alle primaire waterkeringen in Nederland voldoen aan de norm. Door vertraging, kostenstijging en een groeiende veiligheidsopgave komt dit doel met de huidige manier van programmeren van nieuwe dijkversterkingen in het geding.

De alliantiewerkgroep Langetermijnprogrammering maakt dit jaar een advies voor een stabiele programmering om de primaire waterkeringen in 2050 op orde te hebben. Het advies bevat een of meer handelingsperspectieven.

Wat is er aan de hand?

Prijsstijgingen (inflatie), de energietransitie, beschikbaarheid van materialen en krapte op de arbeidsmarkt bereiken ook het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Dit leidt tot problemen bij het programmeren, met als gevolg uitstel van projecten, meer voorfinanciering en een hogere bijdrage voor waterschappen.

Werkgroep

De werkgroep Langetermijnprogrammering buigt zich over de vraag hoe de haalbaarheid van de programmering kan worden vergroot en hoe het tempo in de productie omhoog kan. Daarbij wordt ook nagedacht over de ongelijke verdeling van het aantal te versterken kilometers onder de verschillende alliantiepartners. En over de impact die dat heeft op de haalbaarheid van het programma als geheel.

Opdracht en planning

Het HWBP programmabestuur heeft de werkgroep gevraagd om met handelingsperspectieven te komen voor dit ingewikkelde vraagstuk. In 2024 neemt het bestuur hierover een besluit. Het streven is, dat de nieuwe uitgangspunten in de kadernota (het spelregeldocument voor programmeren) van 2026 -2037 komen te staan.

Korte termijn

Ondertussen moet de programmering voor de periode 2025-2036 doorgaan. Hiertoe heeft het programmabestuur in juni een kadernota vastgesteld. De programmadirectie HWBP zal op basis daarvan de komende maanden samen met de alliantiepartners het programma actualiseren.